Arthur Seyss-Inquart,,

 

 
Van links naar rechts: Seyss-Inquart, Hitler, Himmler en Heydrich in 1938
 

Arthur Seyss-Inquart, geboren als Artur Zajtich, (Stannern, Moravië in Oostenrijk-Hongarije, 22 juli 1892  Neurenberg, 16 oktober 1946) was een Oostenrijks jurist en nazi-politicus. Behoorde hij aanvankelijk tot de gematigde vleugel van de Oostenrijkse nazi's, later zou hij zich in het bezette Nederland ontpoppen als hardliner.

Seyss-Inquart bevond zich onder de 22 oorlogsmisdadigers die tijdens het Proces van Neurenberg werden berecht; hij werd op 1 oktober 1946 op drie van de vier aanklachten schuldig bevonden en ruim twee weken later ter dood gebracht.

Voor de Anschluss

Seyss-Inquart werd in het voornamelijk Duitstalige stadje Stannern (thans Stonařov) in zuidwestelijk Moravië, deel van de multi-etnische dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, geboren als zoon van de Moravisch-Tsjechische docent klassieke talen Emíl Zajtich (later Emil Seyß-Inquart, geboren te Jaroslau, Galicië in 1840 en overleden in Wenen in 1920[3]) en diens echtgenote Auguste Hyrenbach. Zijn geboortenaam was Arthur Zajtich, en zijn vader was van Tsjechische komaf en rooms-katholiek, terwijl zijn moeder uit een gedeeltelijk etnisch Duits geslacht kwam en protestants-luthers was.[4] Seyss-Inquart was het zesde kind, zijn oudere broers/zussen waren Hedwig, Richard (was priester in de rooms-katholieke kerk), Irene, Henriette en Robert. In 1907 verhuisde de familie naar Wenen, waar men in 1910, onder invloed van de liberaal-nationalistische Duitse tendensen in de Oostenrijkse rijkshoofdstad, de naam in het Duitser klinkende Seyß-Inquart liet veranderen tegen een aanzienlijk bedrag. Seyss-Inquart poogde later enkele malen zijn West-Slavische wortels te maskeren, hoewel vele leidende nationaalsocialisten in het multiculturele Wenen Tsjechische wortels hadden.

Hij studeerde rechten; zijn eindexamen deed hij in 1917. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht hij als militair in het Oostenrijks-Hongaarse leger in Rusland, Roemenië en Italië. In de jaren twintig en dertig was hij werkzaam als advocaat. Vanaf 1931 maakte hij deel uit van nazistische Oostenrijkse groeperingen. In 1934 begon zijn politieke loopbaan toen hij medewerkend lid werd van het kabinet van Engelbert Dollfuss; Seyss was slechts passief betrokken bij de geslaagde nazi-moordaanslag op de katholieke en antinazistische Oostenrijkse bondskanselier Dollfuss in datzelfde jaar. Deze moordaanslag werd met geheime steun van Duitsland voltrokken, terwijl de Italiaanse dictator Mussolini toen nog vijandig tegenover de nazi's stond en het corporatistische Oostenrijk te hulp wilde schieten in geval van een Duitse inval.

Anschluss

In 1938 werd hij onder de enorme druk en dreiging van de Duitse dictator Adolf Hitler tot minister van binnenlandse zaken in het Oostenrijkse kabinet van Kurt Schuschnigg benoemd.

In datzelfde jaar speelde hij een belangrijke rol bij de aansluiting (de zogeheten Anschluss) van Oostenrijk bij Duitsland (zgn. Groot-Duitse oplossing). Onder dwang en dreiging van de zijde van de nationaalsocialistische Duitse Rijksregering benoemde president van Oostenrijk Wilhelm Miklas hem medio maart 1938 tot bondskanselier, waarna hij de Duitse troepen zonder enige militaire tegenstand binnen liet trekken. Seyss-Inquart was slechts een paar dagen bondskanselier. Hitler benoemde hem zeer kort daarna tot rijksstadhouder van het geannexeerde Oostenrijk (Ostmark) wat hij tot eind april 1939 bleef.

Op 1 mei 1939 werd de Oostenrijkse regering opgeheven. Op diezelfde datum werd Seyss-Inquart rijksminister zonder portefeuille, een functie die hij formeel tot het einde van de oorlog in 1945 bleef bekleden. Later in 1939, na de inval in Polen, werd hij ook plaatsvervanger van gouverneur-generaal Hans Frank van de bezette Poolse gebieden