Hongerwinter,,
In 1944 in November begon de hongerwinter. Het werd koud, heel wat kouder dan nu (want het sneeuw lag in april nog op straat). En het enige wat je kon kopen en eten waren suikerbieten en bloembollen. Je moest ze dan eerst schillen en dat kookte je en dan had je een soort prut en dat at je dan op. Hartstikke vies natuurlijk maar anders had je helemaal niks. De winkels stonden leeg en de treinen reden niet meer om voedsel te halen (alleen Duitse treinen dan). Je moest het met een half brood doen in een week! De Duitsers hadden dus alles in beslag genomen.
Omdat het zo koud was wilden alle mensen vuur om zich te warmen. En je had geen hout meer. Veel mensen gingen dan hout hakken in het park of in een klein bosje. Maar er waren ook domme mensen die verbranden al het hout dat ze in huis hadden: deuren, tafels, kasten enz. Ze probeerden ook steenkolen uit de weg te krassen.
Als je schoenen te klein waren sneden ze de punt eraf dan staken je tenen dus uit je schoenen. En als ze dan nog te klein waren kreeg je een soort houten slipper.
In april 1944 kwamen de Engelsen met vliegtuigen eten naar beneden gooien in pakken. Die pakken werden in winkels geladen. In die pakken zaten blikjes vlees, groente, chocolade en zeemanskaken. Het Zweedse rode kruis gaf bloem en daar bakte de bakkers en daar maakte ze daar dan brood van. En iedereen kreeg 1 heel brood. Met een pakje margarine (soort boter)